maandag 31 juli 2023
31 juli - Ignatius van Loyola – God vinden in alle dingen
zondag 30 juli 2023
INTROITUS - Deus in loco sancto suo 17e zondag door het jaar
The Best Story of ST. PETER CHRYSOLOGUS || Feast Day : July 30
O Salutaris Hostia - Catholic Latin Hymn
zaterdag 29 juli 2023
29 July - Sts. Martha, Mary, and Lazarus: Friends of Jesus
donderdag 27 juli 2023
Gebed van pater Titus Brandsma uit de gevangenis in Scheveningen ("Oranjehotel")
Gebed van pater Titus Brandsma uit de gevangenis
O, Jezus, als ik U aanschouw
Dan leeft weer dat ik van U hou
En dat ook Uw hart mij bemint
Nog wel als Uw bijzondren vrind.
Al vraagt dat mij meer lijdensmoed
Och, alle lijden is mij goed
Omdat ik daardoor U gelijk
En dit de weg is naar Uw Rijk
Ik ben gelukkig in mijn leed
Omdat ik het geen leed meer weet,
Maar ’t alleruitverkorenst lot
Dat mij vereent met U, o God.
0 laat mij hier maar stil alleen
Het kil en koud zijn om mij heen
En laat geen mensen bij mij toe
’t Alleen zijn word ik hier niet moe.
Want Gij. O Jezus, zijt bij mij
Ik was U nimmer zo nabij.
Blijf bij mij, bij mij, Jezus zoet,
Uw bijzijn maakt mij alles goed
St. Titus Brandsma, a priest, journalist, and anti-Nazi champion
27 juli De moed om naar het licht te verlangen ~ H. Titus Brandsma 1881-1942
woensdag 26 juli 2023
The story of Sainte Anne de Beaupré Canada and her present relics in this sanctuary
Devotion to Saint Anne, in Canada, goes back to the beginning of New France, and was brought thither by the first settlers and early missionaries. The hardy pioneers soon began to till the fertile soil of the Beaupré hillside; in the region which now forms the parish of Sainte Anne de Beaupré the first houses date from the year 1650. Nor was it long before the settlers built themselves a chapel where they might meet for Divine worship. One of their number, the Sieur Etienne Lessard, offered to give the land required at the spot which the church authorities should find suitable. On 13 March, 1658, therefore, the missionary, Father Vignal, came to choose the site and to bless the foundation of the proposed chapel which, by general consent, was to be dedicated to St. Anne. The very day the Saint showed how favourably she viewed the undertaking by healing Louis Guimont, an inhabitant of Beaupré, who suffered terribly from rheumatism of the loins. Full of confidence in St. Anne, he came forward and placed three stones in the foundations of the new building, whereupon he found himself suddenly and completely cured of his ailment.
This first authentic miracle was the precursor of countless other graces and favours of all kinds. For two centuries and a half the great wonder-worker has ceaselessly and lavishly shown her kindness to all the sufferers who from all parts of North America flock every year to Beaupré to implore her help. The old church was begun in 1676, and used for worship until 1876, when it was replaced by the present one, opened in October of that year. This last was built of cut stone, by means of contributions from all the Catholics of Canada. The offerings made by pilgrims have defrayed the cost of fittings and decoration. It is two hundred feet long, and one hundred wide, including the side chapels. Leo XIII raised it to the rank of a minor basilica 5 May, 1887; on 19 May, 1889, it was solemnly consecrated by Cardinal Taschereau, Archbishop of Quebec. It has been served by the Redemptorists since 1878. On either side of the main doorway are huge pyramids of crutches, walking-sticks, bandages, and other appliances left behind by the cripples, lame, and sick, who, having prayed to St. Anne at her shrine, have gone home healed.
Relics
The Shrine has in its possession three notable relics.
Pilgrimage
The pilgrimage to Beaupré has not always had the importance which it has gained in our time. Only in the last quarter of the nineteenth century did it attain to the growth, organization, and fame which now render it comparable with the great pilgrimages to Lourdes. Until 1875 the yearly number of pilgrims did not exceed 12,000, but to judge by the heap of crutches left at the saint's feet, there must always have been many marvellous cures wrought at Beaupré. More favourable conditions — including the strong impulse given by Cardinal Taschereau and his suffragans, the zeal of the Canadian clergy in organizing pilgrimages, improved modes of transportation, and the monthly "Annales de la Bonne Sainte Anne" — made possible the truly wonderful growth of these pilgrimages in the early twentieth century. Devotion to St. Anne is today more than ever the devotion of the Canadians.
Sanctuaire Sainte-Anne-de-Beaupré (Lourdeselements) 26 juli Sint Anna
dinsdag 25 juli 2023
A Famous Medieval Relic of St James the Greater in Pistoia
sources and full version: new liturgical movement and pistoiajacobeo.it
Pistoia is intensely tied to its tradition of pilgrimages, proof of which can be found in historical documents, monuments and the city’s works of art. As of the 12th century, the town became the only officially recognised centre of the cult of Saint James in Italy when bishop Atto managed that a relic arrived from Santiago de Compostela in 1145. The relic was a fragment of the skull of the apostle James the Great – Giacomo il Maggiore, or Jacopo as he is also called in Italian – who was proclaimed Patron Saint of Pistoia.
Pilgrims on their way to Rome or to Santiago de Compostela could easily reach Pistoia as the town was well-connected with the Via Francigena, so they could visit the Chapel of Saint James, venerate the relic and pray for God’s grace by the intercession of the apostle.
In the second half of the 12th century, in order to assist pilgrims, an institution called Opera di San Jacopo was set up near the cathedral and next to the Bishop’s Palace. Its task was to look after and supervise the cult of the saint and administrate the Saint James’ Treasure
Hospices for pilgrims, for the poor and for wayfarers were built in town, among which were the Hospital of Saint James (mid 12th century), and the better known Spedale del Ceppo (late 13th century) which specialised in nursing the sick and later became the town’s main hospital. In the second half of the 14th century, the Tau hospice and hospital were founded and were of particular importance for the treatment of shingles.
In the year 1780, Pistoia suffered the terrible misfortune of receiving as its bishop one Scipione de’ Ricci, a creature of the Grand Duke of Tuscany. It was he who called the infamous Synod of Pistoia, whose program for liturgical reform (inter alia) was condemned in 1794 by Pope Pius VI beatae memoriae in the bull Auctorem Fidei. On the fatuous pretext that devotion to St James was distracting people from the Eucharist, since the chapel of the latter always had more candles lit around it, the entire chapel of St James was destroyed. A groove on a column at the back of the church is one of the few remaining signs of its presence.
▶️ SANTIAGO DE COMPOSTELA - a virtual tour
This is the Camino | (Camino de Santiago in 6 minutes)
25 July - St. James the Greater
maandag 24 juli 2023
Uit het getijdengebed van 24 juli - Zij die dicht bij God verblijven, zijn tot geneesheren van de ziel aangesteld.
Getijdengebed - lezingendienst tweede lezing 24 JULI H. CHARBEL MAKHLŪF, PRIESTER
Hij werd in 1823 geboren in het dorp Biqa`Kafra in Libanon. Bij zijn intrede in de orde der Libanese Maronieten ontving hij de naam Charbel. Na zijn priesterwijding streefde hij strikte eenzaamheid en hoge volmaaktheid na. Hij verliet zijn klooster te Annaya en trok zich in de eenzaamheid terug, alwaar hij God diende door een leven van grote gestrengheid, van voortdurend vasten en intens gebed. Op 24 december 1898 stierf hij in de Heer.
Uit de brieven van de heilige eremiet Ammonius (Ep. 12: PO 10/6, 1973, 603-607)
Zij die dicht bij God verblijven, zijn tot geneesheren van de ziel aangesteld.
Geliefden in de Heer, jullie weten dat, sinds de overtreding van het gebod, de ziel God niet kan kennen, tenzij zij zichzelf van de mensen en alle bezigheden verwijderd houdt. In de mate dat zij aan zichzelf weerstand biedt, is zij immers in staat de vijand te ontwaren. Nadat zij haar vijand heeft ontwaard door met zichzelf te worstelen en hem heeft overwonnen door eenmaal met zichzelf het gevecht aan te gaan, neemt God vervolgens in haar zijn intrek en wordt zij vanuit haar droefheid omgevormd naar een toestand van vreugde en jubel. Indien zij echter in de strijd is overwonnen, komen over haar een droefheid en een lauwheid en vele andere gemoedstoestanden alsook een zware last van verschillende aard.
Daarom leefden de Vaders in de woestijn op eenzame wijze, zowel Elia de Tisbiet, als Johannes. Meent niet dat zij temidden der mensen rechtvaardigen zijn geweest vanwege het feit dat zij in hun midden juist gerechtigheid bleken te doen; allereerst leefden zij in de grote stilte en om deze reden hebben zij Gods deugden ontvangen, opdat Hij in hen zou wonen; vervolgens zond God hen uit onder de mensen, na alle deugden te hebben ontvangen, om Gods genadegaven uit te delen en hun ziekten te genezen. Zij waren immers geneesheren van de ziel, die verlangden de zwakheid van de zielen te genezen. Om die reden werden zij dan ook aan de stilte ontrukt en tot de mensen gezonden; maar zij werden pas dan gezonden wanneer al hun eigen ziekten genezen waren. Het kan immers niet zo zijn dat een ziel tot de mensen wordt gezonden met de opdracht hen te stichten, terwijl zij zelf nog verschillende onvolmaaktheden heeft. Zij nu die vertrekken voordat zij de volmaaktheid hebben verkregen, komen vanuit hun eigen goeddunken, niet vanuit Gods wil; God echter berispt dergelijke mensen en zegt over hen: ‘Ik heb hen niet gezonden en toch snelden zij toe.’ Zij zijn dan ook niet eens in staat hun eigen ziel te bewaren, laat staan de zielen van anderen te stichten en op te bouwen.
Zij die echter door God worden gezonden, verwijderen zich met tegenzin uit de stilte. Zij weten immers dat zij in de stilte de goddelijke deugd hebben verworven. Maar opdat zij niet zo zijn als zij die de Schepper niet gehoorzamen, trekken zij voor de geestelijke opbouw uit op een wijze die Hem navolgt: zoals de Vader zijn ware Zoon uit de hemel heeft gezonden om alle ziekten en kwalen van de mensen te genezen. Er staat immers geschreven: ‘Onze smarten heeft Hij op zich genomen, onze ziekten heeft Hij gedragen.’ Daarom volgen alle heiligen die naar de mensen gaan om hen te genezen in alles de Schepper na; op die wijze kunnen zij immers de aanneming tot zonen van God waardig worden, en ook, evenals de Vader en de Zoon, leven in de eeuwen der eeuwen.
Zie geliefden, ik heb u de deugd van de stilte getoond: op welke wijze de stilte in alle opzichten genezend werkt en God welgevallig is. Ik heb u geschreven met het doel dat gij uzelf krachtdadig zoudt tonen inzake de stilte waar u zich op toelegt; weet ook dat alle heiligen in hun geestelijke voortgang baat hebben gehad bij de stilte; dat vanwege die stilte de goddelijke deugd in hen haar verblijf heeft genomen en hen op de hemelse mysteries heeft gewezen; en dat zij dankzij die stilte de ouderdom van deze wereld geheel en al hebben overwonnen. En hij die u dit schrijft is met behulp van diezelfde stilte zover gekomen als hij vandaag is.
In deze tijd zijn er veel kluizenaars die niet in staat zijn in de stilte te volharden, omdat zij niet in staat waren hun eigen wil te overwinnen. En daarom wonen zij voortdurend onder de mensen, terwijl zij niet bij machte zijn zichzelf te verachten, de gewoonte van het vlees te ontvluchten en te worstelen in de strijd. Om die reden blijven zij achter, nadat ze de stilte hebben verlaten, en zoeken gedurende de rest van hun levensdagen vertroosting bij de mensen uit hun omgeving. Daarom ook zijn zij de goddelijke goedheid niet waardig bevonden en hebben het niet verkregen dat de goddelijke deugd in hen woont. Wanneer de deugd immers haar opwachting bij hen maakt, treft zij hen aan, terwijl zij hun vertroosting zoeken in deze aardse tent en in de hartstochten van ziel en lichaam, en kan dan vervolgens niet over hen neerdalen; sterker nog, ook de liefde voor geld, de ijdele eer die afkomstig is van mensen, en alle ziekten en beslommeringen van de ziel staan de goddelijke deugd niet toe over hen neer te dalen.
Gij moet uzelf echter krachtdadig tonen inzake de stilte waar u zich op toelegt. Immers, zij die de stilte verlaten, zijn niet in staat hun hartstochten te overwinnen, noch te strijden tegen hun vijand, aangezien zij aan hun hartstochten onderworpen zijn; gij overwint echter uw hartstochten, moge de goddelijke deugd met u zijn.
St. Sharbel talk by Anne Borik July 19, 2022
24 july - Story of Saint Charbel Makhlouf
zondag 23 juli 2023
zaterdag 22 juli 2023
22 juli Gedachtenis van de H. Maria Magdalena "Rabboni" (Meester) - tweede lezing lezingendienst (getijdengebed).
Uit de Homilieën op de Evangeliën, van de H. Gregorius de Grote, paus
(Hom. 25, 1-2. 4-5: PL 76, 1189-1193)
Zij brandde van verlangen naar Christus, toen zij geloofde, dat men Hem had weggenomen
Toen Maria Magdalena bij het graf was gekomen en daar het Lichaam van de Heren niet vond, geloofde zij, dat men Hem had weggenomen en ging het aan de leerlingen vertellen. Toen dezen bij het graf kwamen, zagen zij en geloofden, dat het was zoals de vrouw hun had gezegd. En terstond daarna staat er over hen geschreven: Daarop keerden de leerlingen naar huis terug. Maar onmiddellijk wordt eraan toegevoegd: Maria echter stond bij het graf te schreien.
Hier nu moeten we overdenken welk een liefdekracht de geest van de vrouw bezielde, toen ze zelfs, nadat de leerlingen waren heengegaan, niet van het graf van de Heer kon scheiden. Zij bleef zoeken naar Hem, die zij niet gevonden had, weende onder dat zoeken, en van liefde ontstoken brandde zij van verlangen naar Hem, van Wie zij geloofde, dat men Hem had weggenomen. Daarom viel het haar ten deel, dat zij alleen Hem toen zag, omdat ze was blijven zoeken, want de kracht van het goede werk bestaat in de volharding, en de stem van de Waarheid zegt: Maar wie ten einde toe volhardt, zal zalig worden.
Zij zocht dus in het begin, maar vond niets. Zij bleef zoeken en daarom mocht zij vinden. Haar verlangens groeiden naarmate zij op de vervulling moest wachten, maar die groeiende verwachtingen kregen wat ze zochten. Heilige verlangens toch groeien door het uitstel van de vervulling. Als verlangens evenwel door het uitstel van de vervulling verzwakken, zijn het geen echte verlangens. Maar ieder die van deze liefde brandde, kon tot de waarheid komen. Vandaar zegt dan ook David: Mijn ziel dorst naar de levende God; wanneer mag ik opgaan en Gods aanschijn aanschouwen? Vandaar ook de Kerk in het Hooglied: Ik ben door liefde gewond. En wederom: Mijn ziel kwijnt van liefde.
Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij? Er wordt gevraagd naar de oorzaak van haar smart, om het verlangen te verhevigen, zodat door het noemen van Hem, die zij zocht, zij nog vuriger zou branden in haar liefde voor Hem.
Jezus zegt tot haar: Maria. Nadat Hij haar met de algemene naam van ʻvrouwʼ heeft aangesproken en zij Hem niet herkende, noemt Hij haar bij haar eigen naam. Alsof Hij haar wilde zeggen: ʻHerken Hem, door Wie gij herkend wordt. Ik ken u niet als anderen, in het algemeen, maar Ik ken u in het bijzonderʼ. Omdat Maria dus bij haar naam wordt genoemd, herkent zij Degene, die sprak, en noemt Hem terstond ʻRabboniʼ dit is ʻMeesterʼ, omdat ook Hij haar uitwendig vroeg, maar haar inwendig onderrichtte om Hem te zoeken.
A Retrieval of the Traditional View of Mary Magdalene From the Fringes of Theology by Clement Harrold - A defense of the traditional view of the "sinner-turned-saint".
full version see Church Life Journal
The enormous cult to Mary Magdalene that existed during the Middle Ages was animated by a very particular perspective. From its earliest days, Western Christianity championed the view that Mary Magdalene is simply another title for Mary the sister of Martha and Lazarus, whom today we tend to call Mary of Bethany; and they further identified this Mary with the unnamed sinful woman who anoints the feet of Jesus in the seventh chapter of Luke’s Gospel.
Thus conceived, Mary Magdalene garnered extraordinary appeal throughout the Middle Ages as a potent symbol of what God’s grace could accomplish in the hearts of his wayward children. The popular portrayal of her as a reformed prostitute (a characterization never explicitly stated in Scripture, but often inferred on the basis of Luke 7), far from being an attempt to denigrate her, served only to strengthen ordinary people’s devotion to this fascinating heroine. Here was one who had dramatically overcome her vices, offering hope to the most hardened sinner.
Although a number of Eastern Fathers took a different view, this vision of the Magdalene as sinner-turned-saint became the consensus position in the West for over a thousand years. Yet today the traditional view has been almost entirely rejected. With the rise of critical scholarship in the twentieth century, it became increasingly fashionable for academics to dismiss the ancient devotion as pious reverie. Some feminist scholars went even further, arguing that by depicting the saint as a reformed prostitute, the Medieval Church was actively trying to disparage the role of women in the Christian community.
I think these critics are wrong, and I am convinced that the Medievals and the early Western Church got it right. I shall therefore attempt to recover the alluring yet elusive figure of Mary Magdalene as presented to us in the canonical Gospels. On the basis of what the French exegete André Feuillet termed a “convergence of probabilities,” I shall argue, first, that Mary of Bethany is very likely the same person as the “woman of the city, who was a sinner” (Luke 7:37). Secondly, I shall argue that a plausible case can be made for the further identification of this composite figure with the person of Mary Magdalene.
If my argument is successful, then it demonstrates that the traditional Western view remains exegetically reasonable, and believers today can be intellectually justified in holding to the ancient devotion. In addition, it suggests that modern critics have been overly hasty in jettisoning—and, more often than not, ridiculing—some fifteen hundred years of liturgical and hagiographical testimony which favors the traditional view.
In making this case, I have freely drawn from Fr. Davidson for inspiration. Like him, it is my firm conviction that if the traditional depiction can be vindicated, then Mary Magdalene shines forth as a far greater saint as a result—a vivid instantiation of John Henry Newman’s “Saint of Love,” the model of perfect penitence whose heart burned with ardent longing for her Master and Friend.
Mary Magdalene and the History of Her Relics
St. Mary Magdalene: Do not Worry About the Past (22 July)
Small virtual tour in Lourdes by air!
vrijdag 21 juli 2023
ANEC Thousands of Africans Gather for Eucharistic Congress in Washington every five years - 21-23 July, 2023- Statement U.S. Conference of Catholic Bishops’ Ad Hoc Committee Against Racism.
Las santas Justa y Rufina en el arte
donderdag 20 juli 2023
19 July - Saints Justa and Rufi - no pottery for a pagan festival - patrons of Sevilla and potters
woensdag 19 juli 2023
Thomas van Aquino overleed op 18 juli 700 jaar geleden - "Zowel geloof als rede hebben betrekking op dezelfde God".
Voor Thomas van Aquino moet elke uitwerking een oorzaak hebben. Niets komt tot bestaan uit niets. Dit eenvoudige, maar onbetwistbare principe is de basis voor zijn vijf bewijzen voor het bestaan van God. Er moet een allereerste oorzaak zijn die alle werkingen in beweging zet. En deze allereerste oorzaak is God: “Er moet een eerste beweger zijn die boven alles bestaat en die noemen wij God.”
Hij erkende ook de realiteit en objectiviteit van de natuur. De menselijke natuur beschrijft ieder van ons en moraliteit is eenvoudigweg een manier van handelen die zowel in overeenstemming is met onze natuur, als die natuur vervolmakend.
“Hoe kan het dat de miljarden sterren in zo’n harmonie leven,” vroeg hij, “terwijl de meeste mensen nauwelijks een minuut kunnen leven zonder in hun gedachten de oorlog te verklaren?”
Een van de belangrijkste bijdragen van Thomas van Aquino in zijn tijd was het vaststellen van de harmonie tussen geloof en rede. Zowel geloof als rede hebben betrekking op dezelfde God. Een christen zou belachelijk overkomen, zo stelde hij, als hij een geloofsdogma zou presenteren dat door de wetenschap werd tegengesproken.
Als man van evenwicht beschreef Thomas van Aquino barmhartigheid zonder rechtvaardigheid als “de moeder van de ontbinding”, terwijl rechtvaardigheid zonder barmhartigheid “wreedheid” is.
Lezing volledige tekst van harte aanbevolen!
Relation China - Vatican "China seems to disregard the spirit of dialogue and collaboration established between the Vatican and the Chinese side" - diplomatic joust.
Cardinal Parolin: Pope appoints Shanghai bishop for good of diocese and dialogue
In an interview with Vatican Media, the Cardinal Secretary of State explains the reasons for the appointment of Bishop Shen Bin, "an esteemed pastor" and reiterates the Catholic Church's desire for dialogue and hopes for the opening of a permanent Holy See liaison office in China.
By Vatican News zie deze link
In an interview with the Vatican Media, Cardinal Pietro Parolin offers a perspective on the relations between the Holy See and China regarding the Provisional Agreement that since September 2018, and then extended in 2020 and 2022, regulates appointments and transfers of bishops in the Asian country. He reiterates its "fundamental principle" that must be respected, which is that of "decisions taken in agreement." He describes the complex path in which “obstacles” can undermine “trust and take away positive vitality.” But at the same time, he notes, it is "a rather obligatory path" that beyond the obstacles has its strength in the "reasons for dialogue."
Recent events
In his overview, the Secretary of State starts from the situation of Bishop Joseph Shen Bin of Shanghai, appointed today by Pope Francis, whom the Chinese authorities had in fact already transferred to the new post from his previous Diocese of Haimen, informing the Holy See but without involving it in the decision as the Agreement provides. This already took place about a month after the most recent renewal of the Agreement, that Beijing had installed the Bishop of Yujiang, John Peng Weizhao, as Auxiliary of the Diocese of Jiangxi, which is not recognised by the Holy See, news received with "surprise and regret."
Pending issues
Describing Bishop Shen Bin as an “esteemed pastor,” in the interview Cardinal Parolin explained that the Pope has "decided nevertheless to rectify the canonical irregularity” for the “greater good of the diocese.” However, the Secretary of State notes, this way of proceeding “seems to disregard the spirit of dialogue and collaboration established between the Vatican and the Chinese side over the years and to which is referred in the Agreement." For example, there are other “pending issues” related to two auxiliary bishops - Thaddeus Ma Daqin, still blocked, and Joseph Xing Wenzhi, retired - that require a “just and wise solution.”
Consensus to prevent disagreements
In his responses to the five interview questions, Cardinal Parolin insists on the need for “open dialogue” and “respectful encounter with the Chinese side.” If transfers are part of the "physiology of Church government," and therefore there is no obstacle for this to take place in China, the problem, Cardinal Parolin reiterates “would arise if they were to proceed in a non-consensual manner,” while “the proper application of the Agreement allows for avoiding such difficulties.” It is “indispensable,” then, “that all episcopal appointments in China, including transfers, be made by consensus, as agreed, and to keep alive the spirit of dialogue between the Parties. Together we must prevent disharmonious situations that create disagreements and misunderstandings.”
Three urgent matters
Cardinal Parolin then focuses on a number of matters that in his opinion “urgently need to be dealt with.” He identifies three in particular: the Episcopal Conference, the communication of the Chinese bishops with the Pope, and evangelization. The creation of an Episcopal Conference, he emphasized, would make it possible to bring to fruition the Holy See's desire “to see growth in the responsibility of the Bishops in the leadership of the Church in China.”
In this context, he continued, “regular communication of the Chinese Bishops is needed with the Bishop of Rome, indispensable for effective communion, knowing that all this belongs to the structure and doctrine of the Catholic Church, which the Chinese authorities have always said they do not want to alter." In spite of “much wariness” that can “slow down and hinder the work of evangelization,” Chinese Catholics, “even those defined as 'clandestine', deserve trust,” Cardinal Parolin affirms, “because they sincerely want to be loyal citizens and be respected in their conscience and in their faith.” Therefore, it is “mistrust towards Catholicism needs to be overcome, which is not a religion to be considered foreign, let alone contrary, to the culture of that great people.”
Liaison office in China
Cardinal Parolin says he wished to give this interview, “because the Catholic faithful, not only in China, have the right to be properly informed.” He acknowledges “obstacles placed in the way to undermine trust and reduce positive energy. Nevertheless, the reasons for dialogue seem even stronger to me.” And to help the dialogue between the two parties be “more fluid and fruitful,” Cardinal Parolin proposes “the opening of an established liaison office of the Holy See in China,” which “would not only favour dialogue with the civil authorities, but also contribute to full reconciliation within the Chinese Church and its journey towards a desirable normality.”
In conclusion, he notes that "we have signed an Agreement that can be defined as historic,” but it “needs, however, to be applied in its entirety and in the most correct manner possible.” The Holy See, he assured, “is determined to do its part to ensure that the journey continues.”
maandag 17 juli 2023
Francis Poulenc | Dialogue des Carmélites | Finale & Salve Regina
Dialogues des Carmelites final - waarschuwing schokkende beelden!
The Martyrs of Compiegne: The Story of how 16 Nuns Ended the French Revolution.
zondag 16 juli 2023
15e zondag door het jaar - Dum clamarem (Introitus)
Feast Of Our Lady Of Mount Carmel ( London Little Italy 1927)
Our Lady of Mount Carmel Feast Day Procession Returns After Pandemic - 2022
🔴 NYC Live: Our Lady of Mt Carmel Feast - 7/12/23! Streets surrounding the Shrine Church of Our Lady of Mount Carmel are transformed into a vibrant festival!
16 juli Heilige Maagd Maria van de Berg Karmel
(Sermo 1 in Nativitate Domini, 2.3: P.L. 54,191-192)
zaterdag 15 juli 2023
Church of Holy Sepulchre : Golgotha, Calvary, Crucifixion, Jesus, Tomb, Cross - the most important site of christianity.
vrijdag 14 juli 2023
donderdag 13 juli 2023
Saint Henry, Holy Roman Emperor ~ sermon Fr. Linus Clovis
13 July SAINT OF THE DAY | Saint Henry
woensdag 12 juli 2023
Marian Shrines of the World Our Lady of Las Lajas - OLV ter Steen!
dinsdag 11 juli 2023
11 July - Alleluia Vir Dei Benedictus - A hymn to St. Benedict
maandag 10 juli 2023
La Pietà by Michelangelo
Hoe verliep het leven van zr. Marie Amandine Jeuris van Schakkebroek FMM tot aan haar marteldood op 9 juli 1900? - Spannende verhalen over missioneren in China 3
Het Amandinehuis in Schakkebroek - Herk de |Stad
Maria Paulina Jeuris wordt op 28 december 1872 in Schakkebroek geboren als het zevende kind van Cornelius (Gorsem 25 februari 1830 -Sint-Truiden 3 mei 1892) en van Maria Agnes Thys (Nieuwerkerken 28 februari 1836 -Schakkebroek 27 oktober 1878) Wanneer de moeder in 1878 sterft is Ida de oudste dochter 19 jaar oud, zij treedt in het klooster. Rosalie 8 jaar, Pauline 5 jaar en Mathilde 3 jaar worden tijdelijk opgevangen door de buren. Zoals Ida treden ook deze meisjes later in het klooster. Cornelius, 52 jaar, hertrouwt op 27 mei 1882 met Maria Ludovic Terneven in Binderveld.
Destijds was er in Schakkebroek geen school en ook geen schoolplicht. Vanaf haar 8e jaar (1880) gaat Pauline met haar zussen te voet naar school in het Ursulinen instituut te Herk-de-Stad. In 1883 doet Pauline haar eerste communie, twee jaar later op 24 juni 1885 ontvangt ze het H. Vormsel. 14 jaar oud, verlaat Pauline de familie Vanschoonbeek en verhuist net als haar zusters Anna en Rosalie naar de Zusters van Liefde te Sint Truiden om er te werken en te studeren. Pauline studeert verder aan het Sint-Lodewijkinstituut in Kwatrecht. Pauline komt er op 19 augustus 1891 aan en blijft er tot 1894. Kwatrecht leidt ook missiezusters op. Destijds voor de Congo. Pauline helpt hen met inpakken …
Haar zuster Rosalie, treedt drie maanden later, op 1 augustus in bij de zusters Franciscanessen Missionarissen van Maria in de Congostraat te Antwerpen. Ze krijgt de naam Maria Honorine en zal eind 1894 naar Marseille gestuurd worden om van daaruit naar de missie in Colombo (Ceylon) af te reizen.
Pauline vertrekt op 16 juli 1895 ook naar de Congostraat in Antwerpen waar ze op 16 december 1895 bij haar inkleding de naam Zuster Maria-Amandina van het Heilig Hart krijgt. Hoogzomer 1896 reist ook Amandina met de trein vanuit Antwerpen naar Marseille. Het Sint-Rafaëlconvent in Marseille wordt haar nieuwe thuis voor ongeveer twee jaar. Ze zorgt daar onder meer voor de zieken,
Op 12 maart 1899 schepen Amandina en haar medezusters om 4 uur ’s namiddag in op de Salazie, een pakketboot die haar via Ceylon, waar ze voor een paar uren haar zuster Honorine bezoekt op 30 maart. De zussen nemen afscheid met een tot ziens in de hemel. 1899. Ze reizen door naar Shanghai en van daaruit gaat de reis per boot verder tot Tientsin of Tianjinde en van daaruit reizen ze per trein of te voet door tot de poster Taiyuanfou waar ze op 4 mei 1899 aankomen. Ook daar gaat zuster Amandina in het ziekenhuis voor de zieken zorgen. Zij werkt vooral in de apotheek. Ze omschrijft haar taak als volgt tegenover haar algemene overste: «Er zijn tweehonderd wezen, waaronder veel zieken die we zo goed mogelijk verzorgen. Ook zieken van buitenaf komen om verzorgd te worden. Als je deze patiënten zou zien, zou je geschokt zijn. Je kunt je hun wonden niet voorstellen, verergerd door een gebrek aan hygiëne. Wat een geluk dat ik in Marseille van alles een beetje heb geleerd. Ik doe er alles aan om ze te ontlasten".
In feite was de opgave enorm: een leven van opoffering zonder pauze, aanvaard met vreugdevolle volharding .”Zuster Amandine is, qua leeftijd en van nature, de jongste onder ons”, schreef Marie Hermine. “Ze zingt en lacht de hele dag. Dat is niet slecht; Integendeel. Het kruis van een missionaris moet met vreugde gedragen worden”. De Chinezen noemden haar "De Europese zus die altijd lacht".
Tijdens de Bokseropstand werd op 1 juli 1900 een edict uitgevaardigd waarin stond dat de tijd van goede betrekkingen met Europese missionarissen en hun christenen nu voorbij was: dat de eersten onmiddellijk moesten worden gerepatrieerd en de gelovigen gedwongen hun geloof af te zweren, op straffe van de dood. In april 1900 worden muurkranten opgehangen uit dat christenen kunnen aangeklaagd worden. Brandstichtingen en plunderingen van Westerse eigendommen beginnen.
Op 1 juli 1900 vaardigt keizerin Ts’e-Si een decreet om uit elke vreemdeling te doden. Zr. Amandine en haar medezusters besloten te blijven. Toen ze het nieuws hoorde dat er vervolging naderde, zei St. Amandine: "Ik bid God, niet om de martelaren te redden, maar om ze kracht te gevente volharden". Op 8 juli worden Mgr. Grassi en 32 kloosterlingen naar de residentie van de Mandarijn gebracht en vandaar naar het bestuursgebouw. De zeven zusters gingen de dood tegemoet terwijl ze het Te Deum , de hymne van dankzegging, zongen. De volgende dag op 9 juli vallen honderden boksers de gevangenis binnen. Rond 16 uur krijgen ze, nog steeds vastgebonden, een zware klap van het kromzwaard. De lijken worden overgeleverd aan de woede van het volk. Tegen de avond aan worden de mishandelde lichamen in een kuil gegooid. De missie wordt platgebrand.
Op 22 September 1900 komt het nieuws van de slachting in Frankrijk , een dag later in Schakkebroek. Christenen van Taiyuanfou zouden de gebeenten later opnieuw opgegraven hebben en op een afzonderlijk kerkhof naast deze van de bisschoppen en de missionarissen hebben bijgezet.
In 1948 worden de martelaren zalig en in 2000 heilig verklaard samen met andere martelaren van China.
Het Amandinamuseum is ondergebracht in het geboortehuis van Amandina in Schakkebroek- Herk-de-Stad. Een gedeelte omvat de leef- en slaapvertrekken ingericht in de stijl van het einde van de 18e eeuw. Een ander gedeelte is de schuur die omgebouwd werd tot de "Chinese Kapel". In deze kapel wordt dagelijks een eucharistieviering gehouden.
De inhoud van deze bijdrage is het resultaat van vele vindplaatsen on line waarbij ik een artikel met de titel "Pauline Jeuris (Amandina)(1872 – 1900)" van A, Smeets noem.
zondag 9 juli 2023
"Het Paadje van Kaatje" - filmpje over de heilige Kaatje Dierkx, zuster Marie Adolphine FMM uit Ossendrecht en haar plaatselijke verering inclusief reliek anno nu - Spannende verhalen over missioneren in China 2
8 juli heilige Martelaren, gedood tijdens de Bokseropstand onder wie zuster Adolfina Dierkx - Spannende verhalen over missioneren in China 1 - aangevuld!
Eind 1898 was Mgr. Francesco Fogolla, vicaris-generaal van Mgr. Grassi van de provincie Shanxi in China op bezoek in Marseille om zusters voor de missie in China te winnen. Zij spraken daar ook met de Franciscanessen Missionarissen van Maria, een jonge Franse congregatie die op missiewerk gericht was, gesticht door Hélène Marie Philippine de Chappotin de Neuville (1839-1904), die na een conflict bij de jonge Congregatie van Maria Reparatrix zelf deze congregatie had opgericht met de groep zusters met wie zij vertrok. In 1896 kwam de definitieve pauselijke goedkeuring voor de regel en de congregatie groeide en bloeide. In de 27 jaar dat de stichteres haar congregatie leidde, stichtte ze 88 nieuwe communiteiten in 24 landen op vier continenten. Toen zij in 1904 stierf, waren er ongeveer 3.000 zusters. In Nederland zijn er kloosters geweest in Acht (Antoniushuis), Breda (Huize Vredenbergh) en Tilburg (Klooster Mariahof en Klooster Nazareth). Daarbuiten waren er gemeenschappen in Amsterdam, Dordrecht, Halfweg, Heeten, Grathem (L.), Maastricht en Weiteveen. De congregatie bestaat nog steeds en heeft over de wereld vele kloosters, helaas niet meer in Nederland, zie deze link
Op 12 maart 1899 voeren de zusters Amandina en Adolfina met vijf medezusters de Franciscanessen van Maria te Antwerpen af uit Marseille naar China onder leiding van Mgr. Fogolla, en zij kwamen op 15 april in Shangai aan om vandaar hun standplaats Tai-Uien-Fou in de provincie Sjansi te bereiken. Daar kregen zij de zorg voor meer dan 200 Chinese weesmeisjes. Eigenhandig doopten zij ook heel wat kinderen in stervensnood die bij haar werden binnengebracht. Voor hen werden Maria-Amandina en Adolfina, die zelf nooit moederliefde hadden gekend, de lieve moeders.
Op 5 juli werden de zeven zusters, met Mgr. Grassi, Mgr. Fogolla, de paters, de seminaristen en de broeders, die allen straalden van een hemelse vreugde, aangehouden en voor de onderkoning Yu-Shien gebracht, die juichte omdat hij nu Christenen in zijn macht had. Fier weigerden zij hun geloof te verzaken en werden op het gerechtshof van Yu-Shien door onthoofding wreed vermoord, en de lichamen liet men vier dagen liggen. Als het gepeupel afkwam om de lichamen te onteren, schoten er heldere stralen uit, zodat zelfs de heidenen neerknielden en om het Geloof vroegen. Het was 9 juli 1900, feest van de Martelaren van Gorcum, tegen 5 uur in de namiddag.
Naschrift: Vanaf 1948, twee jaar na de zaligverklaring van de martelaressen, wordt te Ossendrecht jaarlijks in juli een bidtocht gehouden, waaraan ook bezoekers van buiten het dorp deelnemen. Vertrekpunt is de Adolphinekapel op de plaats van haar voormalige geboortehuis. Ook op andere dagen van het jaar wordt de kapel bezocht door personen die komen vragen om de voorspraak van Marie Adolphine. Zie ook: www.zustermarieadolphine.nl en het volgende verhaal, MChi2
Uit:
Lezingen H. Mis 14e zondag door het jaar A - Niemand kent de Zoon, tenzij de Vader.
Eerste lezing (Zach. 9,9-10)
Uit de Profeet Zacharia.
Zo spreekt de Heer:
“Jubel luid, gij dochter Sion,
juich, gij dochter, Jeruzalem!
Zie uw koning komt tot u,
rechtvaardig en zegevierend;
hij is deemoedig, hij rijdt op een ezel,
op een veulen, het jong van een ezelin.
Ik vaag de strijdwagens weg uit Efraïm,
de paarden uit Jeruzalem;
de strijdboog wordt gebroken.
Dan kondigt hij de vrede af onder de volken,
dan gaat zijn heerschappij van zee tot zee,
aan de Rivier tot de grenzen der aarde.”
Tweede lezing (Rom. 8,9.11-13)
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome.
Broeders en zusters,
Uw bestaan wordt niet beheerst door de zelfgenoegzaamheid,
maar door de Geest,
omdat de Geest van God in u woont.
Zou iemand de Geest van Christus niet hebben,
dan behoort hij Hem niet toe.
Als de Geest van God, die Jezus van de doden heeft opgewekt,
in u woont, zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan,
ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken door de kracht van zijn Geest,
die in u verblijft.
Broeders en zusters, wij hebben dus verplichtingen,
maar niet aan onszelf, om zelfgenoegzaam te leven.
Als gij zelfzuchtig leeft,zult gij zeker sterven.
Maar als gij door de Geest de praktijken van de zelfzucht versterft,
zult gij leven.
Evangelie (Mt. 11,25-30)
In die tijd sprak Jezus:
“Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen,
maar ze hebt geopenbaard aan kinderen.
Ja, Vader, zo heeft het U behaagd.
Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand kent de Zoon, tenzij de Vader,
en niemand kent de Vader, tenzij de Zoon
en hij aan wie de Zoon Hem wil openbaren.
Komt allen tot Mij,
die uitgeput zijt en onder lasten gebukt,
en Ik zal u rust en verlichting schenken.
Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij:
Ik ben zachtmoedig en nederig van hart;
en gij zult rust vinden voor uw zielen,
want mijn juk is zacht en mijn last is licht.”