dinsdag 30 januari 2024

Bishop Barron Presents Fr. Joseph Fessio S.J. (Ignatius Press) - Being Formed by Ratzinger, Lubac and Urs von Bathasar.

29 januari (bisdom Gent) - H. Poppo van Deinze


Poppo van Deinze (ook van Oostenrijk, van Stavelot of van Trier) osb, Marchiennes, België; abt & kloosterhervormer; † 1048.

Feest † 25 & 28 & 29 januari (Bisdom Gent).

Poppo was een zoon van het Vlaams adellijke echtpaar Titzekin en Adelvina († 1015; feest 25 januari) van Deinze bij Gent, en werd in 978 geboren. Zijn vader stierf kort na zijn geboorte in een of andere strijd. Zijn moeder bracht hem middels haar opvoeding een degelijke vroomheid bij. Hij maakte op 22-jarige leeftijd een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Vijf jaar later nog één: naar Rome. Tijdens zijn tocht op weg naar zijn bruiloft zag hij in een nachtelijk visioen zijn lans branden als een fakkel. Hij beschouwde het als een teken uit de hemel, en besloot monnik te worden. Zo trad hij in 1005 toe tot de benedictijnen van de St-Thierry-abdij te Reims. Ook verbleef hij enige tijd in de abdij van St-Vanne te Verdun. Daar hielp hij zijn leermeester Richard († 1046; feest 14 juni) bij de hoognodige kloosterhervormingen. Vele benedictijner abdijen waren in de loop van de afgelopen eeuwen veranderd in grootgrondbezitters en van de weeromstuit leidden vele monniken van adellijke afkomst er een weelderig herenleven.

Enige tijd later kreeg hij zelf de opdracht om in een aantal kloosters hervormingen door te voeren. Zo trok hij in 1013 naar het klooster St-Vedastus in Arras. In 1020 werd hij door toedoen van keizer Hendrik II († 1024; feest 13 juli) abt van het dubbelklooster Stavelot-Malmédy met de opdracht ook daar de hervormingen door te voeren. Daar besteedde hij speciale aandacht aan het gasthuis en met name de opvang van zieken: zo genas hij een melaatse door de deken van zijn eigen bed op de zieke te leggen en wekte hij een herder tot leven die door een wolf was gedood. Er worden wel meer wonderbaarlijke reddingen en genezingen aan hem toegeschreven: zo bewerkstelligde hij de genezing van Hubald die bij de bouw van de abdij van Stavelot naar beneden was gevallen; voor het altaar wekte hij een gestorven medebroeder tot leven.

Keizer Koenraad II de Saliër († 1039) stelde hem aan tot zijn persoonlijk raadsman. In die hoedanigheid voerde hij in nog minstens zeventien kloosters de hervormingen door. Zijn levensbeschrijvers benadrukken dat hij steeds met veel geduld, tact en naastenliefde te werk ging. Toch werden zijn hervormingen door lang niet iedereen in dank afgenomen; velen zagen zich immers beroofd van een gemakkelijk leventje. In Malmédy werd hij met een mes bedreigd en in Sankt Maximin in Trier ontsnapte hij ternauwernood aan de dood door vergiftiging. Op weg naar één van zijn vredesmissies werd hij in Marciennes getroffen door een hartaanval en stierf, 70 jaar oud.

Zijn stoffelijk overschot werd overgebracht naar Stavelot en daar bijgezet in de kloosterkerk. Daar gebeurden al spoedig wonderen. Zo zou hij daar aan pelgrims verschenen zijn en een van hen van waterzucht hebben genezen. In 1624 werden zijn relieken verheven tot de eer der altaren, wat gelijkstond aan een heiligverklaring.

Hij is patroon van Stavelot (prov. Luik, België).poppo van deizeZijn voorspraak wordt ingeroepen tegen waterzucht. Hij wordt ook gerekend tot de Oostenrijkse heiligen.

Overgenomen van https://www.heiligen-3s.nl


zondag 21 januari 2024

Lezingen H. Mis 3e zondag door het jaar B - want de wereld, die wij zien gaat voorbij.

Eerste lezing: Jon. 3,1-5. 10

Het woord des Heren werd gericht tot Jona:

“Begeef u op weg naar Ninivé, de grote stad,

en verkondig haar de boodschap, die Ik u zal ingeven.”

En Jona begaf zich op weg naar Ninivé,

zoals de Heer hem bevolen had.

Ninivé nu was een geweldig grote stad,

wel drie dagreizen groot.

En Jona begon de stad binnen te trekken, een dagreis ver

en hij preekte als volgt:

“Nog veertig dagen en Ninivé zal vergaan!”

De mensen van Ninivé geloofden het woord van God;

ze riepen een vasten af

en van groot tot klein deden allen het boetekleed aan.

En God zag wat ze deden en hoe ze zich van hun slecht gedrag bekeerden.

En Hij kreeg spijt, dat Hij hun met de ondergang gedreigd had

en Hij voerde zijn dreiging niet uit.


Tweede lezing: 1 Kor. 7, 29-31

Broeders en zusters,

de tijd is kort geworden.

Laten daarom zij die een vrouw hebben,

zijn als hadden zij ze niet;

zij die wenen als weenden zij niet;

zij die zich verheugen als waren zij niet verheugd;

zij die kopen als werden zij geen eigenaar.

Kortom, zij die met het aardse omgaan, moeten er niet in opgaan;

want de wereld, die wij zien gaat voorbij.


Evangelie: Mc. 1, 14-20

Jezus sprak tot hen: “Komt, volgt Mij; Ik zal maken dat gij vissers van mensen wordt.” Terstond lieten zij hun netten in de steek en volgden Hem.

Nadat Johannes was gevangen genomen,

ging Jezus naar Galilea

en verkondigde er Gods Blijde Boodschap.

Hij zei:

“De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij;

bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.”

Toen Jezus eens langs het meer van Galilea liep,

zag Hij Simon en de broer van Simon, Andreas,

terwijl zij bezig waren het net uit te werpen in het meer;

zij waren namelijk vissers.

Jezus sprak tot hen:

“Komt, volgt Mij;

Ik zal maken dat gij vissers van mensen wordt.”

Terstond lieten zij hun netten in de steek en volgden Hem.

Iets verder gaande zag Hij Jakobus, de zoon van Zebedeüs,

en diens broeder Johannes;

ook zij waren in de boot bezig met hun netten klaar te maken.

Onmiddellijk riep Hij hen.

Zij lieten hun vader Zebedeüs

met de dagloners in de boot achter en volgden Hem.

donderdag 18 januari 2024

5 Januari - La Verna apertura degli 800 anni delle Stimmate di San Francesco - Opening achtste eeuwfeest van de stigmata van Sint Franciscus


Op vrijdag 5 januari 2024 opende de Franciscaanse Familie officieel het VIII eeuwfeest van de Stigmata van Sint Franciscus, in het heiligdom van La Verna, met een plechtigheid onder he  thema "Van de wonden naar nieuw leven".

De dag begon om 7.00 uur met het officie van de lezingen, gevolgd door de lauden en de Heilige Mis gepresideerd door Br. Massimo Fusarelli, minister-generaal van de minderbroeders. In zijn homilie herinnerde Br. Massimo eraan hoe het mysterie van het kruis het hele leven van Franciscus kenmerkte: "Ik denk graag aan de innerlijke biografie van Franciscus als een reis in concentrische cirkels die hem naar het centrum leidde, namelijk Jezus. We hebben hem zojuist aanschouwd in Greccio met Kerstmis, waar Franciscus met eigen ogen de armoede en ontberingen wilde zien waarin Jezus geboren wilde worden, die arme en nederige weg die hij koos om naar ons toe te komen, om hier in La Verna te komen – en van Greccio naar La Verna is de weg niet bepaald recht, maar innerlijk wel – waar Franciscus werd aangetrokken door het mysterie van de gekruisigde en verrezen Heer,  omdat de Serafijnen (Franciscanen) tegelijkertijd pijn en onuitsprekelijke vreugde manifesteren: het hart van Franciscus' reis is Jezus Christus. Het klinkt zo simpel, maar het eeuwfeest dat we vandaag openen, kan ons eraan herinneren."

zondag 14 januari 2024

Le chœur de Notre-Dame retrouve sa charpente - NL gebruik: pannenbier, hoogste punt.

Lezingen H. Mis 2e zondag door het jaar B - “Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?”



Eerste lezing (1 Sam. 3, 3b-10.19)

Uit het boek Samuël.

De lamp van God was nog niet gedoofd

en Samuël lag te slapen in het heiligdom van de Heer,

waar de ark van God stond.

Toen riep de Heer:

“Samuël!”

Samuël antwoordde:

“Hier ben ik.”

Hij liep haastig naar Eli en zei:

“Hier ben ik.

U hebt mij toch geroepen?”

Maar Eli antwoordde:

“Ik heb niet geroepen;

ga maar weer slapen.”

Toen riep de Heer opnieuw:

“Samuël!”

Samuël stond op, ging naar Eli en zei:

“Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?”

Eli antwoordde:

“Ik heb niet geroepen, mijn jongen;

ga maar weer slapen.”

Samuël kende de Heer nog niet:

een woord van de Heer was hem nog nooit geopenbaard.

En weer riep de Heer Samuël; nu voor de derde maal.

Samuël stond op, ging naar Eli en zei:

“Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?”

Toen begreep Eli, dat het de Heer was die de jongen riep.

En hij zei tot Samuël:

“Ga slapen en mocht Hij je roepen, dan moet je zeggen:

Spreek, Heer, uw dienaar luistert.”

Samuël ging dus weer op zijn gewone plaats slapen.

Toen kwam de Heer bij hem staan en riep

evenals de vorige malen:

“Samuël, Samuël!”

En Samuël antwoordde:

“Spreek, uw dienaar luistert!”

Samuël groeide op;

de Heer was met hem en liet niet een van zijn woorden onvervuld.


Tweede lezing (1 Kor. 6, 13c-15a.17-20)

Uit de eerst brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte.

Broeders en zusters,

het lichaam is er niet voor de ontucht, maar voor de Heer,

en de Heer voor het lichaam.

God heeft niet alleen de Heer opgewekt uit de dood,

Hij zal ook ons doen opstaan door zijn kracht.

Gij weet toch, dat uw lichamen ledematen zijn van Christus?

Maar wie zich met de Heer verenigt,

is met Hem één geest.

Elke zonde die een mens bedrijft, gaat buiten het lichaam om,

maar de ontuchtige zondigt tegen zijn eigen lichaam.

Gij weet het:

uw lichaam is een tempel van de heilige Geest,

die in u woont, die gij van God hebt ontvangen.

Gij zijt niet van uzelf.

Gij zijt gekocht en de prijs is betaald.

Eert dan God met uw lichaam.


Evangelie (Joh. 1, 35-42)

In die tijd stond Johannes daar,

met twee van zijn leerlingen.

Hij richtte het oog op Jezus die voorbijging en sprak: “Zie het Lam Gods.”

De twee leerlingen hoorden hem dat zeggen

en gingen Jezus achterna.

Jezus keerde zich om

en toen Hij zag, dat zij Hem volgden, vroeg Hij hun: “Wat verlangt gij?”

Ze zeiden tot Hem:

“Rabbi

- vertaald betekent dit: Meester -

waar houdt Gij U op?”

Hij zei hun:

“Gaat mee om het te zien.”

Daarop gingen zij mee

en zagen waar Hij zich ophield.

Die dag bleven zij bij Hem.

Het was ongeveer het tiende uur.

Andreas, de broer van Simon Petrus, was één van die twee,

die het gezegde van Johannes hadden gehoord

en Jezus achterna waren gegaan.

De eerste, die hij ontmoette, was zijn broer Simon

tot wie hij zei:

“Wij hebben de Messias

- dat vertaald betekend: de Gezalfde -

gevonden”

en hij bracht hem bij Jezus.

Jezus zag hem aan en zeide:

“Gij zijt Simon, de zoon van Johannes;

gij zult Kefas genoemd worden,

dat betekent: Rots.”

Introitus Omnis terra adoret te Deus. 2e zondag door het jaar

zaterdag 6 januari 2024

Toespraak van paus Paulus VI bij bezoek aan Bethlehem op 6 januari 1964 -Hoogfeest Openbaring des Heren (Epifanie).


Maandagochtend, 6 januari 1964 om 06.45 uur, arriveerde de Paus in Bethlehem. Hij betrad de kerk der Geboorte door de hoofdingang, hetgeen iets bijzonders is omdat deze ingang is voorbehouden aan de Grieks-Orthodoxe Gemeenschap, die met de Katholieken en de Armeens-Orthodoxen deze kerk in gebruik hebben. Na de H. Mis hield de Paus de volgende rede.

Een woord tot Christus
Wij zouden ons eenvoudig willen richten:
allereerst tot Christus,
vervolgens tot de Kerk,
tenslotte tot de wereld.


Op dit feest van Epifanie, dat het tweevoudige aspect in zich verenigt van de Verschijning des Heren en de uitnodiging der volkeren tot het geloof, bieden wij met nederig en bescheiden, maar ook oprecht en vreugdevol hart, aan Christus de offergave aan van ons geloof, van onze hoop en van onze liefde.

Op onze beurt richten wij tot Hem de geloofsbelijdenis van Petrus: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de Levende God" (Mt. 16, 16) .

Voorts spreken wij tot Hem, evenals Petrus. "Heer, tot wie zouden we gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven" (Joh. 6, 68) .

En wij maken ook tot de onze Petrus' uitroep van berouw en oprechte belijdenis: "Heer, Gij weet alles; Gij weet dat wij U liefhebben".

Evenals eens de Wijzen, leggen wij hier aan Zijn voeten de symbolische gaven, terwijl wij in Hem het vleesgeworden Woord van God erkennen én de mens, de zoon van de Heilige Maagd Maria, onze Moeder; de mens, die de eerstgeborene is van het mensengeslacht. Wij groeten Hem als de Messias, de Christus, de enige en onvervangbare Middelaar tussen God en de mensen; de Priester, de Meester, de Koning, Hij die was, die is en die komen zal.

Deze zelfde belijdenis spreekt heden de Kerk van Rome: de Kerk, die de Kerk van Petrus was en die Gij zelf, Heer, hebt gesticht op deze steenrots en die derhalve Uw Kerk is. En daarom leeft ook heden nog Uw Kerk voort door de apostolische opvolging die vanaf haar oorsprong ononderbroken is; Gij begeleidt die Kerk en verdedigt haar, Gij zuivert en versterkt haar; Gij zijt haar leven, o Christus van de Kerk van Rome!

Wij allen aanvaarden Uw nederigheid en belijden Uw grootheid; wij allen luisteren naar Uw Woord en wachten Uw terugkeer aan het einde der tijden. Wij danken U allen, Heer, dat Gij ons hebt gered, dat Gij ons hebt verheven tot de waarheid van kinderen Gods, dat Gij ons hebt gemaakt tot Uw broeders en dat Gij ons overladen hebt met de gaven van de Heilige Geest.

Wij allen beloven U, als christenen te leven en ons in te spannen voortdurend gehoorzaam te zijn aan Uw genade en onze levenswijze te verbeteren. Wij zullen ons allen inzetten voor de verbreiding in de wereld van Uw boodschap van heil en liefde.


Een woord tot de Kerk
Voor deze kribbe, Heer, willen wij vervolgens het woord richten tot de Kerk, aan het hoofd waarvan Gij onze armzalige persoon hebt willen stellen als universeel herder. Dat woord is eenvoudig dit: laat de Kerk van Christus vandaag met ons zijn en zich verenigen met de offerande, welke wij ook in haar naam aanbieden aan de Heer. In deze gemeenschappelijkheid berusten haar werkzaamheid, haar waardigheid en haar harmonie met de trekken, die de authenticiteit van de ware Kerk uitmaken. Dit is het historisch uur, waarin Christus' Kerk haar diepe en zichtbare eenheid moet beleven. Dit is het uur, waarop wij antwoord moeten geven op het verlangen van Jezus Christus: "Mogen ze volmaakte eenheid bezitten en mogen ze erkennen, dat Gij, Vader, Mij gezonden hebt" (Joh. 17, 23) . Aan de innerlijke eenheid van de Kerk beantwoordt naar buiten toe haar apologetische en missionaire kracht. Wij moeten ons aller Oecumenisch Concilie voltooien; wij moeten het leven van de Kerk een nieuwe wijze van voelen, van willen en van optreden verzekeren; haar een geestelijke schoonheld hergeven in alle opzichten: ten aanzien van het denken en spreken, in het gebed en in de opleidingsmethoden, in de kunst en in de canonieke wetgeving.

Daartoe zal een eensgezinde inspanning noodzakelijk zijn, waartoe alle groeperingen hun bijdrage zullen moeten leveren. Moge eenieder de oproep vernemen, die de Christus door onze stem tot hem richt.

Dit zeggen wij tot de katholieken, die reeds tot de schaapstal van Christus behoren. Maar wij kunnen ons niet weerhouden, dezelfde uitnodiging te richten tot de christen-broeders, die niet in volstrekte gemeenschap met ons leven. Het blijkt voortaan voor allen duidelijk, dat men het vraagstuk der eenheid niet ontlopen kan; heden dringt zich deze Wil van Christus op aan onze geest en belast ons, met wijsheid en liefde, alles wat mogelijk is te ondernemen, om aan alle Christenen de gelegenheid te geven deel te hebben aan de grote weldaad en de allerhoogste eer van de eenheid der Kerk.

Zelfs in de zeer bijzondere omstandigheden, waarin wij ons heden bevinden, zijn wij verplicht te zeggen, dat een dergelijk resultaat niet kan worden bereikt ten koste van geloofswaarheden. Wij kunnen niet ontrouw worden aan het erfdeel van Christus; dat behoort niet ons toe, maar Hem; wij zijn daarvan slechts de beheerders en de vertolkers. Maar wij herhalen, dat wij bereid zijn, om elk redelijk middel in overweging te nemen, dat geschikt is om de weg te effenen voor de dialoog in eerbled en liefde, gericht op een toekomstige ontmoeting - en God geve, dat deze nabij is - met de christen-broeders die thans nog van ons gescheiden zijn. De poort van de schaapstal staat open. Aller verwachting is oprecht en hartelijk. Het verlangen is sterk en geduldig. De beschikbare plaats is ruim en behaaglijk. Wij verbeiden de stap, die de drempel overschrijdt, met al onze liefde; hij kan worden gezet in ere en in wederzijdse vreugde. Wij onthouden ons ervan, stappen te vragen, die niet in vrijheld en met volle overtuiging worden gedaan, dat wil zeggen: bewerkt door de Geest van de Heer, die waait waar en wanneer Hij wil. Wij wachten op dat gelukkige uur. Voor het ogenblik vragen wij slechts aan onze zeer dierbare gescheiden broeders, hetgeen wij ook ons zelf voorhouden: dat de liefde van Christus en van de Kerk elke eventuele stap van toenadering en ontmoeting beziele. Wij zullen er zorg voor dragen, dat het verlangen naar eendracht en eenheid levendig en onveranderd blijft; wij zullen ons vertrouwen stellen in het gebed. Zelfs al kan dat nog niet gezamenlijk zijn, dan kunnen onze gebeden tenminste toch gelijktijdig zijn en naast elkaar opstijgen uit de harten van ons, als gescheiden christenen, om zich te verenigen aan de voeten van de Hooggezetene, de God der Eenheid.

In afwachting groeten wij met veel respect en toegenegenheid de doorluchtige en eerbiedwaardige Hoofden der Kerken, onderscheiden van de onze, die hier aanwezig zijn. Wij danken hen hartelijk voor hun deelneming aan onze pelgrimstocht, wij betuigen eerbied aan het deel dat zij bezitten van de authentieke schat van de christelijke traditie en geven tegenover hen uiting aan ons verlangen naar eendracht in het geloof, in de liefde en in de tucht van de enige Kerk van Christus. Wij zenden onze wensen voor vrede en voorspoed aan alle herders, priesters, religieuzen en gelovigen van die Kerken; over allen smeken wij het licht en de genade van de Heilige Geest af.

Wij zijn er thans diep gelukkig over, dat de ontmoeting, die wij hier, tijdens deze gezegende dagen, hebben gehad met de Oecumenische Patriarch van Constantinopel, zich voltrokken heeft op de meest beminnelijke wijze en vol van de meest hoop geven, de verwachtingen bleek te zijn. Wij danken daarvoor de Heer van ganser harte en wij bidden hem dat Hijzelf "qui coepit in nobis opus bonum ipse perficiat" de Heer, die in ons dit goede werk van vrede en eenheid begonnen is, moge het tot een goede voleinding brengen.

Een woord tot de wereld
Tenslotte willen wij vanaf deze gewijde plaats en op dit, zeer bijzonder uur enige woorden richten tot de wereld. Met het woord "wereld" duiden wij aan al degenen, die het christendom als van buitenaf beschouwen, en die ten opzichte van het christendom vreemden zijn of zich zo voelen. Allereerst zouden wij ons, nogmaals, willen voorstellen aan die wereld temidden van welke wij ons bevinden. Wij zijn de vertegenwoordigers en de bevorderaars van de christelijke religie. Wij hebben de zekerheid een zaak te bevorderen, die van God komt; wij zijn de leerlingen, de apostelen, de missionarissen van Jezus, Zoon van God en Zoon van Maria, de Messias, de Christus. Wij zijn de voortzetters van Zijn zending, de verkondigers van Zijn boodschap, de bedienaren van Zijn religie, waarvan wij weten, dat zij al de goddelijke waarborgen der waarheid bevat. Wij streven geen andere doeleinden na, dan het verkondigen van ons geloof. Wij vragen slechts de vrijheid om die religie te verkondigen en voor te houden aan wie haar wil aanvaarden, deze nieuwe verbinding die door Jezus Christus, onze Heer, is gelegd tussen de mensen en God.

Hieraan willen wij nog een ander punt toevoegen en wij vragen de wereld, dat eerlijk te willen overwegen. Wij bedoelen het rechtstreekse doel van onze zending en dat is het volgende: wij willen werken voor het welzijn van de wereld, voor haar belang, voor haar heil. En wij menen zelfs, dat het heil dat wij haar bieden, noodzakelijk voor haar is.

Deze verzekering omsluit vele andere. Zoals: wij beschouwen de wereld met een geweldig medeleven. Als de wereld zich al vreemd voelt ten opzichte van het Christendom, het Christendom voelt zich niet vreemd ten opzichte van de wereld, onder welk opzicht deze zich ook vertoont en welke houding zij ook aanneemt jegens het Christendom. Moge de wereld weten, dat de vertegenwoordigers en bevorderaars van de christelijke godsdienst achting voor haar koesteren en haar met een onaantastbare en onuitputtelijke liefde beminnen: de liefde, die het christelijk geloof de Kerk aan het hart legt; zij dient slechts als bemiddelaarster voor de immense en wonderlijke liefde van God jegens de mensen.

Dit betekent, dat de missie van het Christendom een missie is van vriendschap onder de volkeren der aarde, een missie van begrip, van bemoediging, van hulp, van verheffing; en - laten wij het nogmaals uitspreken - een heilsmissie. Wij weten, dat de moderne mens er een eer in stelt, de dingen zelf te doen. Hij vindt nieuwe zaken uit en verwezenlijkt verbazingwekkende dingen. Maar al die verwezenlijkingen maken hem noch beter, noch gelukkiger; zij geven voor de menselijke problemen geen radicale, blijvende en universele oplossing. Wij weten bovendien, dat de mens worstelt met zichzelf. Hij kent afschuwelijke twijfels. Wij weten, dat zijn ziel wordt overweldigd door duisternis, en wordt belaagd door lijden. Wij hebben een boodschap voor hem, waarvan wij geloven dat zij bevrijdend is. En wij voelen ons des te meer gerechtigd om haar te verkondigen, omdat hij geheel en al menselijk is. Het is de boodschap van de Mens tot de mens.

De Christus, die wij de mensheid brengen, is volgens Zijn eigen woorden "de Mensenzoon". Hij is de Eerstgeborene, het Prototype van de nieuwe mensheid; Hij is de Broeder, de Metgezel, Hij is de Vriend bij uitnemendheid. Van Hem alleen heeft men naar waarheid kunnen zeggen, dat "Hij wist, wat er omging in de mens" (Joh. 2, 25) . Hij is de door God Gezondene, maar niet om de wereld te oordelen, doch om haar te redden. Hij is de goede Herder van de mensheid. Er is geen menselijke waarde, welke Hij niet geëerbiedigd, verheven en vrijgemaakt heeft. Er is geen menselijk lijden, dat Hij niet begrepen, gedeeld en kracht gegeven heeft. Er is geen menselijke behoefte - behoudens elke morele onvolmaaktheid - welke Hij niet zelf heeft aangenomen en beproefd in Zichzelf en aan de vindingrijkheid en het hart van de andere mensen heeft voorgehouden als object van hun zorg en hun liefde en als het ware als voorwaarde voor hun eigen heil. Zelfs voor het kwaad, dat hij als heelmeester van de mensheid heeft gekend en met de meeste kracht heeft aangeklaagd, heeft Hij een oneindig erbarmen gehad; zozeer, dat Hij in het hart der mensen, door het middel der genade, wonderlijke bronnen van verlossing en leven heeft doen opwellen.

Welnu, men beseffe in heel de wereld hoe Christus, die ook thans nog leeft in Zijn Kerk, zich vanaf deze plaats, van deze kribbe uit, die het merkteken was van Zijn verschijning op aarde, openbaart aan de wereld. Moge de wereld die ons omringt, derhalve heden onze groet aanvaarden, die wij in naam van Jezus Christus vol eerbied en toegenegenheid brengen.

Deze welwillende groet brengen wij in het bijzonder aan ieder, die het monotheïsme belijdt en met ons de eredienst wijdt aan de enige en ware God, de levende en allerhoogste God, de God van Abraham, de Hoogverhevene, Hem, van wie - juist op deze grond - eens in langvervlogen tijd, waaraan de bijbel en het missaal herinneren - een mysterieuze figuur, van wiens afstamming en levenseinde de Schrift ons niets heeft medegedeeld en wiens koninklijk priesterschap heeft gediend om dat van Christus zelf te kenschetsen, Melchisedech, getuigde als "de Allerhoogste God, Schepper van de hemel en de aarde" (Gen. 14, 19) . Wij, christenen, verlicht door de openbaring, weten dat God bestaat in drie Personen, Vader, Zoon en Heilige Geest, maar altijd vieren wij de goddelijke natuur als één in wezen, wij belijden de levende en ware God als enig. Moge onze wens van vrede in gerechtigheid ook gaan tot de volkeren, die de ene God aanbidden.

Onze groet richt zich gelijkelijk tot alle volkeren, aan welke onze katholieke missionarissen, samen met het Evangelie, de uitnodiging brengen om deel te nemen aan zijn universaliteit en een ferment, dat in staat is de beschaving te bevorderen.

Maar onze groet mag vandaag geen grenzen kennen: hij gaat alle slagbomen te boven en wij alle mensen bereiken, die van goede wil zijn, daaronder begrepen de mensen, die op het ogenblik geen enkele welwillendheid tonen voor de godsdienst van Christus, die zich inspannen om de verbreiding ervan te verhinderen en zijn gelovigen te bestrijden. Zelfs naar de vervolgers van het katholicisme en naar hen die God en Christus afwijzen, gaan onze droeve en smartelijke gedachten uit en in vreedzame kalmte vragen wij hen: "Waarom, waarom?"

Op het ogenblik waarop wij Bethlehem gaan verlaten, die plaats van zuiverheid en rust waar, thans twintig eeuwen geleden, Hij werd geboren, die wij aanbidden als de Vredesvorst, gevoelen wij de gebiedende plicht, ons dringend beroep op de staatshoofden en op hen, die de verantwoordelijkheid voor de volkeren dragen, te hernieuwen ten gunste van de wereldvrede. Mogen de regeringen onze hartekreet vernemen en mogen zij nobel volharden in hun streven, om aan de mensheld de vrede te verzekeren waarnaar zij zo zeer smacht. Mogen zij bij de Almachtige en uit het diepst van hun menselijk geweten een nog duidelijker inzicht putten, een nog brandender wil en een hernieuwde geest van eendracht en edelmoedigheid, opdat tot elke prijs aan de wereld de noden en de offers bespaard blijven van een nieuwe wereldoorlog, waarvan de gevolgen onoverzienbaar zouden zijn. Mogen zij nog doelmatiger samenwerken om de vrede te vestigen in de waarheid, in rechtvaardigheid, in de vrijheid en in de broederliefde. Dat is de wens, die wij tijdens deze gehele pelgrimsreis onophoudelijk in ons gebed tot God hebben gericht. Alle oprechte initiatieven die op de verwerkelijking daarvan zijn gericht, zullen onze steun vinden en wij zegenen ze van ganser harte.

Met ons hart vervuld van deze gedachten en gebeden smeken wij vanuit Bethlehem, de geboortegrond van Christus, voor heel de mensheid de overvloedige goddelijke gunsten af.

vrijdag 5 januari 2024

The Eternal Notre-Dame | FULL DOCUMENTARY

5 January- St. John Neumann - aanvankelijk geen priester gewijd wegens diocesaan overaanbod!



St. John Neumann C.Ss.R.(1811-1860)

Hij werd geboren in Prachatitz, een stad in het huidige Tsjechië. Hij studeerde theologie om priester te worden, maar de plaatselijke bisschop wijdde hem niet, omdat er in die tijd te veel priesters in de regio waren.

John kwam in 1836 naar New York en werd door de bisschop van dat bisdom tot priester gewijd. In 1840 sloot hij zich aan bij de Redemptoristen en werd het eerste lid ervan dat in de Verenigde Staten zijn religieuze professie deed. Hij zette zijn missiewerk voort in Maryland, Virginia en Ohio. Hij werd in 1852 tot bisschop van Philadelphia gewijd en organiseerde het parochiale schoolsysteem tot een diocesaan systeem, waardoor het aantal leerlingen in korte tijd toenam. Veel migranten uit Europa kwamen in die tijd in de Verenigde Staten aan en hij leerde verschillende talen, waaronder Iers, om hen te begeleiden. Hij stierf plotseling op 5 januari 1860 en werd begraven in de St. Peter the Apostle Church in Philadelphia. In 1977 werd hij door paus Paulus VI heilig verklaard.

Zijn feestdag wordt gevierd op 5 januari en hij is de beschermheilige van immigranten en kinderen.


donderdag 4 januari 2024

Persécution de l’Eglise catholique au Nicaragua


Au moins 14 prêtres catholiques ont été arrêtés au Nicaragua depuis le 20 décembre dans le cadre d’une vague d’interpellations d’ecclésiastiques. Le premier de cette série, arrêté le 20 décembre, est l’évêque de Siuna, Mgr Isidoro Mora. C’est le second évêque emprisonné, avec Monseigneur Rolando Alvarez, détenu depuis août 2022. Il a été condamné en février à 26 ans de prison pour trahison. Il a préféré la prison à l’exil, refusant de partir pour les États-Unis avec 222 prisonniers politiques expulsés et déchus de leur nationalité nicaraguayenne.

Le pape François a dit lundi place Saint-Pierre suivre “avec une profonde préoccupation ce qui se passe au Nicaragua, où des évêques et des prêtres ont été privés de leur liberté”.

Au Nicaragua, près de la moitié des 6,3 millions d’habitants sont catholiques.

Le président Daniel Ortega, un ancien guérillero au pouvoir depuis 2007, est en conflit avec l’Église catholique. Le Vatican a fermé en mars son ambassade et le pape François a qualifié de “dictature grossière” le gouvernement d’Ortega.

Vindplaats: lesalonbeige


Procession des reliques de Ste Geneviève 2023 - en zo trekken de relieken door Parijs tot in onze tijd


Story of Saint Genevieve | Stories of Saints

woensdag 3 januari 2024

Fête le 3 janvier Sainte Geneviève



Née à Nanterre vers 420 et morte vers 500, sainte Geneviève est patronne du diocèse de Nanterre et patronne des villes de Nanterre et Paris.

Née à Nanterre vers 420, l’évêque saint Germain l’Auxerrois la remarque alors qu’elle a sept ans, et la consacre à Dieu.

Quand en 451 les Huns de Attila menacent la ville, elle persuade les Parisiens de ne pas s’affoler et de rester. Elle acquiert ainsi un grand prestige. En 475, le chef franc, Childéric, assiège Paris et veut réduire ses habitants par la famine. Elle intervient encore et use de son influence pour se rendre en Champagne, jusqu’à Troyes, afin d’y obtenir des vivres qu’elle rapporte en bateau sur la Seine.

Sa réputation court jusqu’en Syrie où saint Syméon le Stylite, du haut de sa colonne, se recommande à sa prière.

Après sa mort vers 500, sainte Geneviève continue de protéger Paris. À plusieurs reprises, la procession de ses reliques à travers la ville écarte l’ennemi. Elle a donné son nom à la colline qui surplombe la Seine.

Litany to the Most Holy Name of Jesus



An old and popular form of prayer in honor of the Name of Jesus. The author is not known. At the request of the Carmelites, Pope Sixtus V (1585-90) granted an indulgence of 300 days for its recitation. Though this was an implied recognition of the litany, requests made in 1640, 1642, and 1662, for formal approval were rejected. In 1862 Pius IX approved one of the formularies in use, and attached an indulgence of 300 days for the faithful of the dioceses whose bishops had made special application. Pope Leo XIII on Jan. 16, 1886 extended the privilege to the entire world.

Lord, have mercy on us

Christ, have mercy on us.

Lord, have mercy on us.

Christ, hear us,

Christ, graciously hear us.

God the Father of heaven,

have mercy on us.

God the Son, Redeemer of the World,

have mercy on us.

God the Holy Spirit,

have mercy on us.

Holy Trinity, one God,

have mercy on us.

Jesus, Son of the living God,

have mercy on us.

Jesus, Splendor of the Father,

have mercy on us.

Jesus, Brightness of eternal Light,

have mercy on us.

Jesus, King of Glory,

have mercy on us.

Jesus, Sun of Justice,

have mercy on us.

Jesus, Son of the Virgin Mary,

have mercy on us.

Jesus, most amiable,

have mercy on us.

Jesus, most admirable,

have mercy on us.

Jesus, the mighty God,

have mercy on us.

Jesus, Father of the world to come,

have mercy on us.

Jesus, angel of great counsel,

have mercy on us.

Jesus, most powerful,

have mercy on us.

Jesus, most patient,

have mercy on us.

Jesus, most obedient,

have mercy on us.

Jesus, meek and humble of heart,

have mercy on us.

Jesus, Lover of Chastity,

have mercy on us.

Jesus, our Lover,

have mercy on us.

Jesus, God of Peace,

have mercy on us.

Jesus, Author of Life,

have mercy on us.

Jesus, Model of Virtues,

have mercy on us.

Jesus, zealous for souls,

have mercy on us.

Jesus, our God,

have mercy on us.

Jesus, our Refuge,

have mercy on us.

Jesus, Father of the Poor,

have mercy on us.

Jesus, Treasure of the Faithful,

have mercy on us.

Jesus, good Shepherd,

have mercy on us.

Jesus, true Light,

have mercy on us.

Jesus, eternal Wisdom,

have mercy on us.

Jesus, infinite Goodness,

have mercy on us.

Jesus, our Way and our Life,

have mercy on us.

Jesus, joy of the Angels,

have mercy on us.

Jesus, King of the Patriarchs,

have mercy on us.

Jesus, Master of the Apostles,

have mercy on us.

Jesus, Teacher of the Evangelists,

have mercy on us.

Jesus, Strength of Martyrs,

have mercy on us.

Jesus, Light of Confessors,

have mercy on us.

Jesus, Purity of Virgins,

have mercy on us.

Jesus, Crown of all Saints,

have mercy on us.

Be merciful,

spare us, O Jesus.

Be merciful,

graciously spare us, O Jesus.

From all evil,

deliver us, O Jesus.

From all sin,

deliver us, O Jesus.

From Your wrath,

deliver us, O Jesus.

From the snares of the devil,

deliver us, O Jesus.

From the spirit of fornication,

deliver us, O Jesus.

From everlasting death,

deliver us, O Jesus.

From the neglect of Your inspirations,

deliver us, O Jesus.

Through the mystery of Your Holy Incarnation,

deliver us, O Jesus.

Through Your Nativity,

deliver us, O Jesus.

Through Your Infancy,

deliver us, O Jesus.

Through Your most divine Life,

deliver us, O Jesus.

Through Your Labors,

deliver us, O Jesus.

Through Your Agony and Passion,

deliver us, O Jesus.

Through Your cross and Dereliction,

deliver us, O Jesus.

Through your Sufferings,

deliver us, O Jesus.

Through Your Death and Burial,

deliver us, O Jesus.

Through Your Resurrection,

deliver us, O Jesus.

Through Your Ascension,

deliver us, O Jesus.

Through Your Institution of the Most Holy Eucharist,

deliver us, O Jesus.

Through Your Joys,

deliver us, O Jesus.

Through Your Glory,

deliver us, O Jesus.

Lamb of God, who takes away the sins of the world,

spare us, O Jesus.

Lamb of God, who takes away the sins of the world,

graciously hear us, O Jesus.

Lamb of God, who takes away the sins of the world,

have mercy on us, O Jesus.

Jesus, hear us

Jesus, graciously hear us.

Let us pray

Lord Jesus Christ, You have said, 'Ask and you shall receive; seek and you shall find; knock and it shall be opened to you'; mercifully attend to our supplications, and grant us the grace of Your most divine love, that we have loved You with all our hearts, and in all our words and actions, and never cease to praise You.

Make us, O Lord, to have a perpetual fear and love of Your holy name, for You never fail to govern those whom You establish in Your love. You, Who live and reign forever and ever. Amen



Apertura del CONCILIO VATICANO II.

3 januari De heilige Naam Jezus

 

Uit een preek van de heilige Bernardinus van Siena, priester (Sermo 49, art. 1, Opera Omnia, IV, 495ss.)

Jezus’ Naam is het grote fundament van het geloof.

Dit is die allerheiligste Naam, waarnaar door de oude vaders zo verlangend is uitgezien, die zo vol spanning werd verwacht, waarvan de komst door zoveel menselijke zwakheid werd uitgesteld, die met zoveel verzuchtingen werd aangeroepen, waarnaar met zoveel tranen werd verlangd, maar die in de tijd van genade door Gods barmhartigheid tot ons mocht komen. Wek niet, zo smeek ik, bij het horen van die Naam de gedachte aan macht, laat ons die Naam niet horen als de naam voor wraak, maar laat hij staan voor gerechtigheid. Schenk ons de Naam als de naam van barmhartigheid en laat de Naam van Jezus klinken in mijn oren, want dan is uw stem waarlijk zoet om te horen en uw gezicht aantrekkelijk om te zien.

Daarom is Jezus’ Naam het grote fundament van het geloof, dat ons tot kinderen van God maakt. Het geloof van de katholieke godsdienst bestaat immers in de kennis en het licht van Jezus Christus, die het licht van de ziel is, de deur naar het leven en het fundament van eeuwig heil. Mocht iemand dit licht niet bezitten of het hebben verlaten, dan gaat hij als het ware zonder licht door het duister van de nacht en trekt hij door de gevaren heen blindelings voort, zijn ondergang tegemoet; en zolang hij om de hemelse geheimen te doorgronden zijn eigen intellect gebruikt, volgt hij, hoezeer hij ook uitblinkt door een uitmuntend verstand, een blinde leider, of anders gezegd, poogt hij een huis te bouwen, terwijl hij geen acht slaat op het fundament, of wil hij door het dak binnenkomen, terwijl hij de deur overslaat. Dit fundament, dit licht en deze deur is derhalve Jezus, die, om aan dwalenden te laten zien dat Hij de weg is, aan allen het licht heeft laten zien van het geloof waardoor het mogelijk was om naar God op zoek te gaan zonder Hem te kennen, in Hem naar wie gezocht werd, te geloven en Hem, in wie geloofd werd, te vinden. Dit fundament ondersteunt de Kerk die in Jezus’ Naam is opgebouwd. De Naam van Jezus is de glans van een predikant, omdat de Heer zijn woord in een stralend licht laat verkondigen en horen. En waarvandaan, denkt u, komt over de hele aarde dat grote, zo plotselinge en hevige licht van het geloof? Toch alleen door de prediking van Jezus? Is het niet eveneens door de lieflijke glans van die Naam dat God ons geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht? Als wij verlicht zijn en in dat licht het Licht aanschouwen, kan de Apostel terecht tegen ons zeggen: ‘Eens waart gij in duisternis, nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer. Leeft dan ook als kinderen van het licht.’

Naam vol van heerlijkheid, Naam vol van genade, Naam vol van liefde en deugd! Door U worden de zonden uitgewist, door U worden de vijanden overwonnen, door U worden de zwakken bevrijd, door U worden de geduldigen bij hun tegenslagen gesterkt en vinden zij hun vreugde! U bent de eer van hen die geloven, de leraar van hen die prediken, U geeft kracht aan hen die werken, en ondersteunt wie dreigen te vallen. Door uw vurige ijver en gloed ontvlammen de verlangens, worden de verlangde genadegaven verkregen, worden beschouwende zielen gelaafd. Door U worden allen die in de hemelse heerlijkheid de overwinning vieren, verheerlijkt. Laat ons, algoede Jezus, met hen heersen door uw allerheiligste Naam.

maandag 1 januari 2024

Chapelet du 1er janvier 2024 à Lourdes

On World Peace Day: Dona Nobis Pacem Toepasselijker dan ooit - more appropriate than ever

1 Januari - H. Maria, Moeder van God- Lezingen H. Mis



Eerste lezing (Num. 6, 22-27)

Uit het boek Numeri.

De Heer sprak tot Mozes:

“Zeg aan Aäron en zijn zonen:

Als gij de Israëlieten zegent,

doe het dan met deze woorden:

Moge de Heer u zegenen en u behoeden!

Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden

en u genadig zijn!

Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!

Als zij zo mijn naam over de Israëlieten uitspreken

zal Ik hen zegenen.”


Tweede lezing (Gal. 4, 4-7)

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Galaten.

Broeders en zusters,

toen de volheid van de tijd gekomen was,

zond God zijn eigen Zoon,

geboren uit een vrouw,

geboren onder de wet

om ons, slaven van de wet, vrij te maken,

zodat wij de rang kregen van zonen.

En omdat ge zonen zijt,

heeft God de Geest van zijn Zoon, die “Abba, Vader!” roept

in ons hart gezonden.

Ge zijt dus niet langer slaaf, maar zoon

en als zoon ook erfgenaam

en wel door toedoen van God.


Evangelie (Luc. 2, 16-21)

Lezing uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.

In die tijd haastten de herders zich naar Betlehem

en vonden Maria en Jozef

en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag.

Toen ze dit gezien hadden

maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was.

Allen die het hoorden stonden verwonderd

over hetgeen de herders hun verhaalden.

Maria bewaarde al deze woorden in haar hart

en overwoog ze bij zichzelf.

De herders keerden terug,

terwijl zij God verheerlijkten en loofden

om alles wat zij gehoord en gezien hadden;

het was juist zoals hun gezegd was.

Toen de acht dagen voorbij waren en men het kind moest besnijden,

ontving het de naam Jezus,

zoals het door de engel was genoemd

voordat het in de moederschoot werd ontvangen.