zondag 22 juni 2025
zaterdag 7 juni 2025
zondag 1 juni 2025
Bishop Barron: Why young people are converting to Catholic faith
donderdag 29 mei 2025
Take A Glimpse into Art Work of the Ascension of Our Lord | EWTN News
woensdag 28 mei 2025
Presentation of the Pontifical Institute of Sacred Music
dinsdag 27 mei 2025
zaterdag 24 mei 2025
zondag 4 mei 2025
Catholicism’s Comeback: 10 European Nations Where the Faith Is Surging
donderdag 17 april 2025
maandag 14 april 2025
What is Holy Week? Palm Sunday, Holy Thursday, Good Friday, and Easter!
zondag 13 april 2025
dinsdag 8 april 2025
Chartres Cathedral: Restoring a French Gothic Masterpiece
maandag 7 april 2025
zaterdag 5 april 2025
SEMANA SANTA DE SEVILLA 2025 PROMO | Little Cinematic Masterpiece
dinsdag 25 maart 2025
zondag 23 maart 2025
Monsignor Frisina Jesus is my life
zaterdag 22 maart 2025
maandag 10 maart 2025
Inbezitname bisschopszetel Nicolaaskerk Amsterdam 8 maart 2025
zaterdag 18 januari 2025
Miserere mei, Deus - Allegri - Tenebrae Choir
The Language of Icons: Understanding Sacred Imagery
maandag 13 januari 2025
March of the Three Kings in Warsaw
Sister Clare Crockett - All or Nothing
woensdag 25 december 2024
Christmas 2024 at the National Gallery with Jan Gossaert’s ‘The Adoration of the Magi" - Christian Art.
Categorie:
christelijke kunst,
Fr. Patrick van der Vorst,
kerstfeest
zaterdag 23 november 2024
23 november Saint Clement of Rome | Apostolic Fathers
zaterdag 2 november 2024
maandag 4 maart 2024
4 March St. Casimir met lezing getijdengebed
Getijdengebed - Lezingendienst:
Uit het levensverhaal van de heilige Casimir († 1484)
Hij zag zijn rijkdom in de voorschriften van de Allerhoogste.
Door de heilige Geest brandde er in Casimir een bijna ongelooflijke, niet geveinsde, maar oprechte liefde jegens God. De liefde was overdadig in zijn hart gestort en vanuit zijn binnenste stroomde zij overvloedig uit naar de naaste. Daarom was er voor hem niets vreugdevollers en niets aangenamers dan zijn bezittingen af te staan en tevens zichzelf helemaal weg te schenken aan de armen van Christus, de zieken, de gevangenen en de bedroefden.
Niet alleen beschermde hij weduwen, wezen en onderdrukten, niet alleen zorgde hij voor hen, maar hij was voor hen ook een vader, een zoon en een broer.
Het zou hier werkelijk een te lang verhaal worden, als wij zijn werken van grote genegenheid en liefde die in hem jegens God en de naaste zo rijkelijk gestalte kregen, in alle bijzonderheden zouden moeten vermelden. Hoezeer hij de gerechtigheid beoefend heeft, hoezeer hij de matigheid betracht heeft, met wat voor een bezonnenheid hij begiftigd was en door wat voor een geestkracht en standvastigheid hij gedragen werd - en dat in een tijd met nogal vrijmoedige opvattingen, waarin de mens van nature tot het kwaad geneigd was en zich daaraan met hart en ziel overgaf -, dat alles kan bijna niet met woorden uitgedrukt worden en kan men zich ook nauwelijks voorstellen.
Dagelijks gaf Casimir zijn vader de raad, gerechtigheid te laten gelden bij het besturen van zijn rijk en van de volkeren die aan hem onderworpen waren. En als er dan soms ook door zorgeloosheid of menselijke zwakheid bij het besturen iets verwaarloosd werd, dan liet hij nooit na de koning op bescheiden wijze hiervan een verwijt te maken.
Hij beschermde en behartigde de aangelegenheden van de behoeftige en arme mensen evenzeer als zijn eigen zaken. Daarom werd hij door het volk de verdediger van de armen genoemd. Ook al was hij de zoon van de koning en van voorname afstamming, hij betoonde zich gemakkelijk toegankelijk in omgang en gesprek, voor ieder, hoe klein en gering hij ook was.
Hij wilde altijd liever gerekend worden tot de zachtmoedigen en de armen van geest, aan wie het rijk der hemelen behoort (vgl. Mt. 5, 3) dan tot de aanzienlijken en de machtigen van deze wereld. Hij streefde niet naar de grootst mogelijke menselijke macht, en wilde deze evenmin aanvaarden, ook al bood zijn vader hem deze aan. Daarbij bezielde hem de vrees dat zijn hart door de angels van de rijkdom, die onze Heer Jezus Christus distels noemt (vgl. Mt. 13, 7), gewond of door de besmetting met aardse dingen vergiftigd zou worden.
Hij heeft tot het einde, tot op de laatste dag van zijn leven, maagdelijk geleefd. Dat wordt ten stelligste bevestigd door allen, zijn kamerdienaren en secretarissen, voorname en voortreffelijke mannen, van wie er enkelen nog in leven zijn en met wie hij altijd zeer vertrouwelijk omging en die hem zeer goed kenden.
zondag 3 maart 2024
3 March - Saint Katherine Drexel: A Life of Caring and Service
Lezingen H. Mis 3e zondag van de vasten jaar B Jezus wist wat er in de mens stak en daarom was het niet nodig dat iemand Hem over de mens inlichtte.
Eerste lezing (Ex. 20, 1-17)Uit het boek Exodus.
In die dagen sprak God al de woorden die hier volgen.
“Ik ben de Heer uw God, die u heb weggeleid uit Egypte, het slavenhuis.
Gij zult geen andere goden hebben ten koste van Mij.
Gij zult geen godenbeelden maken,
geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel,
beneden op aarde of in de wateren onder de aarde.
Gij zult u voor hen niet ter aarde buigen
en hun geen goddelijke eer bewijzen;
want Ik, de Heer uw God,
Ik ben voor hen die Mij haten een jaloerse God,
die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen
tot het derde en vierde geslacht,
maar voor hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden
een God die goedheid bewijst tot aan het duizendste geslacht.
Gij zult de Naam van de Heer uw God niet lichtvaardig gebruiken;
want de Heer laat hen, die zijn Naam lichtvaardig gebruiken,
niet ongestraft.
Denk aan de sabbat: die moet heilig voor u zijn.
Zes dagen zult gij werken en alle arbeid verrichten.
Maar de zevende dag is de sabbat voor de Heer uw God.
Dan moogt gij geen enkele arbeid verrichten:
gij zelf niet, uw zoon niet, uw dochter niet,
uw slaaf niet, uw slavin niet, uw dieren niet,
zelfs niet de vreemdeling die bij u woont.
In zes dagen immers heeft de Heer de hemel, de aarde,
de zee met al wat er in is gemaakt.
Maar de zevende dag heeft Hij gerust
en zo de sabbat gezegend en tot een heilige dag gemaakt.
Eer uw vader en uw moeder.
Dan zult gij lang leven op de grond die de Heer uw God u schenkt.
Gij zult niet doden.
Gij zult geen echtbreuk plegen.
Gij zult niet stelen.
Gij zult tegen uw naaste niet leugenachtig getuigen.
Gij zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste;
gij zult uw zinnen niet zetten op de vrouw van uw naaste,
niet op zijn slaaf, zijn slavin,
zijn rund of zijn ezel,
op niets wat hem toebehoort.”
Tweede lezing (1 Kor. 1, 22-25)
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte.
Broeders en zusters,
Joden eisen wonderen, Grieken wijsheid.
Maar wij verkondigen een gekruisigde Christus,
voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid;
maar voor hen die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken,
is die Christus Gods kracht en Gods wijsheid.
Want de dwaasheid van God is wijzer dan de mensen
en de zwakheid van God is sterker dan de mensen.
Evangelie (Joh. 2, 13-25)
Toen het Paasfeest der Joden nabij was,
ging Jezus op naar Jeruzalem.
In de tempel trof Hij de verkopers aan
van runderen, schapen en duiven
en ook de geldwisselaars die daar zaten.
Hij maakte van touwen een gesel,
dreef ze allemaal uit de tempel,
ook de schapen en de runderen;
het kleingeld van de wisselaars veegde Hij van de tafels
en Hij wierp die omver.
En tot de duivenhandelaars zei Hij:
“Weg met dit alles!
Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!”
Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschreven staat:
De ijver voor uw huis zal mij verteren.
De Joden richtten zich tot Hem met de woorden:
“Wat voor teken kunt Gij ons laten zien,
dat Gij dit doen moogt?”
Waarop Jezus hun antwoordde:
“Breekt deze tempel af
en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.”
Maar de Joden merkten op:
“Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd;
zult Gij hem dan in drie dagen doen herrijzen?”
Jezus echter sprak over de tempel van zijn lichaam.
Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden,
herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had,
en zij geloofden in de Schrift
en in het woord dat Jezus gesproken had.
Terwijl Hij bij gelegenheid van het Paasfeest in Jeruzalem was,
begonnen er velen in zijn Naam te geloven
bij het zien van de tekenen die Hij deed.
Maar Jezus van zijn kant had geen vertrouwen in hen,
omdat Hij allen kende.
Hij wist wat er in de mens stak
en daarom was het niet nodig
dat iemand Hem over de mens inlichtte.
Categorie:
lectionarium,
Veertigdagentijd,
zondag 3 Veertigdagentijd
Abonneren op:
Posts (Atom)